Additioneel advies teelt gg-maïslijn MON88017 nav verschijnen EFSA opinie
De COGEM heeft in 2008 geadviseerd over de vergunningaanvraag voor teelt, import en verwerking van de genetisch gemodificeerde maïslijn MON88017. Deze maïslijn brengt de cp4 epsps en cry3Bb1genen tot expressie en is hierdoor tolerant voor glyfosaat bevattende herbiciden en resistent tegen bepaalde kevers. In dit eerdere advies concludeerde de COGEM dat door de vergunningaanvrager onvoldoende gegevens waren overlegd om eventuele effecten van de maïslijn op niet-doelwitorganismen te kunnen beoordelen. Het dossier bevatte weliswaar resultaten van veldproeven en laboratoriumstudies naar eventuele effecten op niet-doelwitorganismen, maar het merendeel van deze studies was uitgevoerd met een andere maïslijn of met varianten van het Cry3Bb1 eiwit dat in MON88017 aanwezig is.
Naar aanleiding van de recent verschenen EFSA opinie over deze vergunningaanvraag, is de COGEM gevraagd of haar eerdere opmerkingen voldoende zijn beantwoord.
Inmiddels zijn er een aantal wetenschappelijke publicaties verschenen die aantonen dat MON88017 geen negatief effect heeft op verschillende niet-doelwitorganismen (de grote wigwamspin, de bonespintmijt, een cicade, een blindwants, het goudoogje, het spintetende en het tweestippelige lieveheersbeestje).
De COGEM is echter van mening dat voor een aantal andere niet-doelwitorganismen onvoldoende is aangetoond dat zij geen nadelige effecten van de teelt van MON88017 zullen ondervinden. De COGEM wijst erop dat bij de laboratoriumstudies naar effecten op honingbijen de controle op de aanwezigheid van actief Cry3Bb1 eiwit ontbreekt. Ook vindt de COGEM de gegevens met betrekking tot niet-doelwit loopkevers niet voldoende om te kunnen concluderen dat zij geen nadelige effecten van de teelt van MON88017 maïs zullen ondervinden. Gezien het bovenstaande kan de COGEM niet positief adviseren over de teelt van MON88017 maïs.