Publicaties

Veldproef met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte

Adviezen | 24.09.2007 | 070920-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de milieurisico’s van een catergorie 2 veldproef emt genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte. Het doel van de voorgenomen werkzaamheden is het selecteren en vermeerderen van de genetisch gemodificeerde aardappelplanten.
Aardappel kan niet kruisen met in Nederland voorkomende wilde verwanten, maar wel met andere aardappelrassen. Echter, de kans dat dit gebeurt is klein omdat bevruchting bij aardappelplanten meestal plaatsvindt door zelfbestuiving. Aardappelknollen zijn vorstgevoelig, maar kunnen in Nederland zachte winters overleven. Uit eerdere experimenten is gebleken dat een verlaagd amylosegehalte geen effect heeft op de vorstgevoeligheid van aardappelen. Opslagplanten die eventueel kunnen ontstaan uit zaden of levensvatbare knollen worden routinematig verwijderd in het kader van de verplichte bestrijding van Phythopthora infestans. In de praktijd blijkt dat aardappelopslag effectief bestreden wordt.
De COGEM is van mening dat aan alle voor een categorie 2 veldproef gestelde criteria wordt voldaan. De COGEM heeft derhalve tegen de in de aanvraag beschreven werkzaamheden, onder de voorgestelde voorwaarden, geen bezwaar en acht de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie