Pathogeniteitsclassificatie van de denguevirusstam DENV-2 PR159-S1

De COGEM is gevraagd te adviseren over de pathogeniteitsklasse van een vaccinstam van het denguevirus: DENV-2 PR159-S1. Het denguevirus wordt via muggen overdragen naar de mens en is de veroorzaker van knokkelkoorts. Hoewel het merendeel van de infecties zonder ziekteverschijnselen verloopt, kan in sommige gevallen ook levensbedreigende hemorragische koorts of dengue shock syndroom optreden. Het wildtype denguevirus is ingedeeld in pathogeniteitsklasse 3.
De vaccinstam PR159-S1 is verkregen door denguevirus (DENV-2) stam PR159 in totaal 23 keer te passeren op apencellijnen. Uit studies in cellen en dieren (muizen en apen) blijkt de stam verzwakt ten opzichte van het oudervirus. Bij vaccinatiestudies met PR159-S1 in mensen vertoont een deel van de proefpersonen dengue-verschijnselen. Virusisolaten uit gevaccineerde proefpersonen blijken in celculturen nog steeds verzwakt. Omdat er weinig bekend is over de mutaties verantwoordelijk voor de verzwakkende eigenschappen en over de stabiliteit van het vaccin, kan reversie niet geheel uitgesloten worden.
Bovenstaande in overweging nemende, is de COGEM van oordeel dat DENV-2 PR159-S1 verzwakt is ten opzichte van het wildtype denguevirus. De COGEM adviseert DENV-2 PR159-S1 in te delen in pathogeniteitsklasse 2. Wel adviseert zij om bij experimenten met meerdere passages te controleren op stabiliteit door te monitoren of reversie naar het wildtype fenotype plaatsvindt. Om deze reden adviseert de COGEM deze stam niet op te nemen op Bijlage 4, lijst 4.1 van de Regeling ggo. Daarnaast signaleert zij dat onbedoelde infectie van een medewerker dengue-verschijnselen op kan leveren en een grotere kans geeft op een ernstiger ziekteverloop bij een opvolgende infectie.