Kleinschalige veldproef met genetisch gemodificeerde aardappelen met een verlaagd amylosegehalte
De COGEM is verzocht te adviseren over de milieurisico’s van kleinschalige (klasse-I) veldproeven met genetisch gemodificeerde aardappelen (Solanum tuberosum) met een verlaagd amylosegehalte. Het doel van de voorgenomen werkzaamheden is het bestuderen van het zetmeelgehalte en de zetmeelsamenstelling in knollen onder veldomstandigheden.
Aardappel kan in Nederland niet uitkruisen naar wilde verwanten. Aardappel kan wel in beperkte mate uitkruisen naar andere cultuurrassen. Uit experimenten is gebleken dat een verlaagd amylosegehalte geen effect heeft op de vorstgevoeligheid van aardappelen. De knollen zijn vorstgevoelig en zullen de Nederlandse winter gewoonijk niet overleven. In de noodzaak om eventuele aardappelopslag uit zaad of achtergebleven knollen te verwijderen wordt in het kader van de verplichte bestrijding van Phytopthora infestans voorzien. De COGEM is verder van mening dat aan alle criteria die gesteld worden aan een klasse-I experiment wordt voldaan.
De COGEM heeft tegen de in de aanvraag beschreven werkzaamheden, onder de voorgestelde voorwaarden, geen bezwaar en acht de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.