Publicaties

Inschaling van werkzaamheden met replicons afgeleid van het Venezuelan equine encephalitis virus

Adviezen | 15.07.2015 | CGM/150715-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met zogenoemde replicons die gebaseerd zijn op het Venezuelan equine encephalitis virus (VEEV). De aanvrager wil deze replicons gebruiken voor zijn onderzoek naar de ontwikkeling van pluripotente stamcellen. De aanvrager verzoekt de in vitro en in vivo werkzaamheden op respectievelijk ML-I en D-I niveau te mogen uitvoeren.
Het VEEV is ziekteverwekkend voor paarden en kan ook bij de mens ziekte veroorzaken. Het virus komt voor in de tropische en subtropische regio’s van Centraal- , Noord- en Zuid-Amerika en wordt hoofdzakelijk door muggen verspreid. Het virus en de benodigde muggensoorten komen tot op heden niet voor in Nederland.
Uit het genoom van de VEEV replicons zijn enkele essentiële genen verwijderd. Hierdoor worden er geen nieuwe virusdeeltjes gevormd en kunnen de replicons zich niet verder verspreiden. Op basis van deze eigenschappen is de COGEM van mening dat de replicons biologisch ingeperkt zijn. De COGEM adviseert daarom de voorgenomen in vitro werkzaamheden in te schalen op ML-I inperkingsniveau en de in vivo werkzaamheden op D-I inperkingsniveau. Op deze inperkingsniveau’s en onder navolging van de voorschriften die op deze niveaus gelden, is COGEM van mening dat de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie