Inschaling van werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Rhipicephalus microplus teken
De COGEM is verzocht te adviseren over de vervaardiging van en handelingen met genetisch gemodificeerde (gg) teken behorend tot de soort Rhipicephalus microplus. Deze teek komt voor in (sub)tropische gebieden en voedt zich voornamelijk op runderen of hertachtigen. De aanvrager wil onderzoeken of er op efficiënte wijze gg-teken vervaardigd kunnen worden door injectie van een markergen in de hemolymfe van volwassen vrouwtjes met als doel de eitjes van de teek te transduceren. De aanvrager is van plan de expressie van het markergen niet alleen in de eerste generatie te analyseren, maar ook in de daarop volgende generatie. Om deze tweede generatie te verkrijgen is het noodzakelijk dat de teek bloedmalen kan nuttigen op zijn gastheer. In de voorgenomen experimenten wordt gebruik gemaakt van runderen. De aanvrager verzoekt de werkzaamheden met de gg-teken in associatie met de runderen uit te mogen voeren op D-1 niveau. Om de teken in te perken worden een aantal voorzorgsmaatregelen voorgesteld.
R. microplus is nog nooit aangetroffen in Nederland. Bovendien is de COGEM van mening dat R. microplus zich onder de huidige klimatologische omstandigheden niet kan vestigen in Nederland. Daarentegen kan zij niet uitsluiten dat deze teek in een periode met warm (circa 24°C) en vochtig weer tijdelijk in staat is te overleven.
De speciale laboratoria voor werkzaamheden met micro-organismen zijn niet specifiek toegerust op de inperking van teken. Derhalve is de COGEM van mening dat in onderhavige aanvraag het inperkingsniveau van het laboratorium van ondergeschikt belang is. De mate van inperking is afhankelijk van de aanvullende teek-specifieke maatregelen.
De COGEM kan instemmen om de beschreven werkzaamheden uit te voeren in een D-I faciliteit. Daarbij adviseert zij enkele voor R. microplus gevalideerde fysieke barrières aan te leggen en gevalideerde methoden voor desinfectie van afval en werkkleding te hanteren. Onder navolging van deze maatregelen en door de inperkende effecten van het huidige Nederlandse klimaat acht de COGEM de risico’s van beschreven werkzaamheden voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.