Publicaties

Inschaling van de tropische bomen Trema orientalis en Trema tomentosa

Adviezen | 07.05.2012 | CGM/120507-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over inschaling van werkzaamheden met de genetisch gemodificeerde (gg-) tropische planten Trema orientalis en Trema tomentosa in een plantenkas. De aanvrager wil onderzoek doen naar de symbiose tussen de plant en Rhizobium-bacteriën in kassen.
T. orientalis en T. tomentosa zijn snelgroeiende, groenblijvende pionierbomen die in verschillende tropische omgevingen kunnen voorkomen, van tropische regenwouden tot droge savannen. T. orientalis en T. tomentosa kunnen niet groeien bij temperaturen lager dan 20°C en niet overleven bij temperaturen onder de 15°C. De planten bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen en worden voornamelijk via de wind bestoven. Verder kan de plant zichzelf bestuiven en kan er insectenbestuiving optreden. De planten vormen besjes van enkele millimeters groot met daarin één zaadje. De besjes worden door vogels gegeten en verspreid.
T. orientalis en T. tomentosa komen niet in Nederland voor. Hop, Hennep en de Europese netelboom zijn in Europa het meest verwant aan deze tropische bomen. Er zijn echter geen aanwijzingen dat deze soorten met T. orientalis en T. tomentosa kunnen kruisen. De COGEM acht de kans verwaarloosbaar klein dat er kruisbestuiving optreedt en dat eventueel hieruit voorkomende hybriden de Nederlandse klimatologische omstandigheden overleven.
Op grond van de bovenstaande overwegingen is de COGEM van mening dat de risico’s voor mens en milieu bij werkzaamheden met gg-T. orientalis en –T. tomentosa in een PK-I plantenkas verwaarloosbaar klein zijn en dat er geen maatregelen getroffen hoeven te worden om kruisbestuiving te voorkomen.

Download publicatie