Publicaties

Handelingen met animale cellen geïnfecteerd met genetisch gemodificeerde feline lentivirale vectoren

Adviezen | 14.07.2005 | 050714-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over werkzaamheden met animale cellen die geïnfecteerd zijn met een genetisch gemodificeerde lentivirale vector die afgeleid is van het katten AIDS virus (Feline immunodeficiency virus, FIV). Het doel van de aanvrager is om genen betrokken bij reproductie, genetische ziekten, bloedstolling en atherosclerose tot expressie te brengen met het oog op het ontwikkelen van humane therapeutica. De productie van de recombinante FIV virusdeeltjes en de infectie van de animale cellen, worden voorgesteld om plaats te vinden in een ML-II laboratorium. De COGEM is van mening dat de kans verwaarloosbaar klein is, dat met het gebruikte FIV productiesysteem, virussen ontstaan die zich kunnen vermenigvuldigen (RCL). De homologie tussen FIV en het verwante humane of apen immunodeficiëntie virus (HIV en SIV) is gering. Daarom acht de COGEM de kans verwaarloosbaar klein dat in de cellijnen recombinatie optreedt tussen FIV en andere lentivirussen, waardoor recombinante virussen ontstaan. De cellijnen kunnen tijdens de infectie-experimenten gecontamineerd worden met andere lentivirussen waardoor een zeer kleine kans bestaat dat het FIV genoom ingepakt wordt in de virusmantel van bijvoorbeeld HIV of SIV. De COGEM adviseert een aanvullend voorschrift op te nemen waarbij gelijktijdige werkzaamheden met lentivirussen voorkomen wordt. Met inachtneming van de geadviseerde voorschriften is de COGEM van mening dat de risico’s voor mens en milieu, met het uitvoeren van de experimenten op ML-II inperkingsniveau, verwaarloosbaar klein zijn.

Download publicatie