Publicaties

Classificatie van de gist Lachancea kluyveri

Adviezen | 17.05.2010 | 100517-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de classificatie van de gistsoort Lachancea kluyveri (Saccharomyces kluyveri) en de mogelijke plaatsing van dit micro-organisme in Bijlage 1 van de Regeling genetisch gemodificeerde organismen (ggo).
Bijlage 1 bestaat uit een lijst van micro-organismen die niet pathogeen zijn voor mens, dier of plant. Met de micro-organismen die in Bijlage 1 zijn opgenomen, mag onder bepaalde voorwaarden op het laagste inperkingsniveau, ML-I, gewerkt worden.
De aanvrager wil de gistsoort L. kluyveri genetisch modificeren voor de productie van humane eiwitten, die betrokken zijn bij de aanmaak en afbraak van belangrijke bouwstenen van DNA en RNA, de zogenaamde purines en pyrimidines. Hij verzoekt de benodigde clonerings- en expressiewerkzaamheden uit te mogen voeren op ML-I inperkingsniveau.
Sinds de ontdekking van L. kluyveri in 1956 is deze gist aangetroffen in de bodem, op verschillende boomsoorten, in de darm van de fruitvlieg Drosophila, en in vruchtensappen. Door zijn efficiƫntere energiegebruik dan de algemeen bekende bakkersgist S. cerevisiae staat L. kluyveri steeds meer in de belangstelling als organisme voor industriƫle toepassingen. Hoewel deze gistsoort al lange tijd bestudeerd wordt en algemeen voorkomt in het milieu, wordt L. kluyveri niet geassocieerd met enige pathogeniteit voor mens en dier met een normaal functionerend immuunsysteem. Tevens zijn er geen aanwijzingen dat deze gistsoort pathogeen is voor planten.

De COGEM adviseert daarom de gistsoort L. kluyveri in de laagste pathogeniteitsklasse (klasse 1) in te delen en op Bijlage 1 van de Regeling genetisch gemodificeerde organismen te plaatsen. Tevens is zij van mening dat de voorgenomen clonerings- en expressiewerkzaamheden met L. kluyveri op ML-I niveau ingeschaald moeten worden.

Download publicatie