Aanvullende voorschriften bij handelingen met genetisch gemodificeerde influenza A virussen
De COGEM is verzocht te adviseren over de aard en noodzaak van aanvullende voorschriften bij werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) influenza A virussen. Ten eerste zijn aan de COGEM aanvullende vragen voorgelegd over eerder uitgebrachte adviezen. Recent heeft de COGEM een generiek advies uitgebracht over onder andere aanvullende voorschriften bij handelingen met laagpathogene recombinant influenza A virussen. De COGEM is van mening dat dit advies ook van toepassing is op werkzaamheden met laagpathogene gg-influenza A virussen zonder inserties. Dit betekent bijvoorbeeld dat vaccinatie van de medewerker alleen noodzakelijk is als een mond- of neuskapje niet gedragen wordt.
Ten tweede is de COGEM gevraagd te adviseren over een wijzigingsverzoek op een vergunning. De werkzaamheden hebben betrekking op handelingen met proefdieren in associatie met de gg-virussen A/WSN/OVAI en A/WSN/OVAII (H1N1). De COGEM is van mening dat deze gg-virussen niet hoger pathogeen zijn dan het uitgangsvirus A/WSN/33. Werkzaamheden kunnen daarom plaatsvinden onder ML-II, danwel DM-II inperkingsniveau, met inachtneming van de aanvullende voorschriften zoals beschreven in het generieke influenza advies.
Met inachtneming van de gestelde voorschriften, acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein voor de beschreven handelingen.