Publicaties

Aanbiedingsbrief onderzoeksrapport ‘The possible role of honey bees in the spread of pollen from field trials’

Signalerende brieven | 14.05.2012 | CGM/120514-01

De COGEM heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de verschillende aspecten die een rol spelen rond bijen en gg-gewassen. Het onderzoek heeft zich gericht op het verzamelen van achtergrondinformatie die relevant is voor dit onderwerp zoals de afstanden die bijen tijdens het foerageren afleggen, het transport van stuifmeel door bijen, de hoeveelheid stuifmeel die in honing aanwezig is en de herkomst van het stuifmeel dat in Nederlandse honingmonsters wordt aangetroffen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door Ameco Environmental Services (S.J. van Keulen MSc en drs. H.A.W. Kleinjans) en bees@wur (dr. T. Blacquière, dr. ir. C.J.H. Booij e.a.) en heeft geresulteerd in het onderzoeksrapport ‘The possible role of honey bees in the spread of pollen from field trials’.
Uit het onderzoek blijkt o.a. dat honing een zeer kleine hoeveelheid stuifmeel bevat. De COGEM is van mening dat het gezien deze lage hoeveelheid onwaarschijnlijk is dat aan de aanwezigheid van gg-stuifmeel veiligheidsrisico’s zijn verbonden, ook wanneer dit stuifmeel afkomstig zou zijn van niet toegelaten gg-gewassen. Daarnaast wijst de COGEM erop dat eventuele risico’s van de aanwezigheid van gg-stuifmeel in honing voldoende worden beoordeeld bij de risicoanalyse die bij een aanvraag voor een markttoelating of veldproef wordt uitgevoerd.
In een aantal oude vergunningen van gg-gewassen wordt de aanwezigheid van stuifmeel in honing niet vermeld, waardoor het verhandelen van honing met dergelijk gg-stuifmeel niet is toegestaan. Ook het verhandelen van gg-stuifmeel afkomstig van veldproeven is niet toegestaan. Omdat in de oude vergunningen van gg-gewassen wel het gebruik van deze gg-gewassen voor andere toepassingen in Europa is opgenomen en de voedselveiligheid van deze gg-gewassen wel voor deze toepassingen is beoordeeld, is er in dit geval sprake van een juridisch probleem dat ook tot handelsproblemen kan leiden.
Omdat de consument via honing slechts aan een zeer kleine hoeveelheid transgeen eiwit wordt blootgesteld en de beoordeling van eventuele risico’s van de aanwezigheid van gg-stuifmeel onderdeel uitmaakt van de vergunningprocedure(s), signaleert de COGEM dat de aanwezigheid van gg-stuifmeel in honing primair een probleem van co-existentie en/of keuzevrijheid is.
De COGEM wijst op het belang van het spoedig ontwikkelen van Europees beleid op het gebied van gg-stuifmeel en honing, waarbij aanpassing van de Richtlijn inzake honing (2001/110/EG) of aanpassing van de Richtlijn inzake gg-levensmiddelen en diervoeders (1829/2003/EG) oplossingsmogelijkheden zouden kunnen bieden voor de geschetste problematiek.

De COGEM signalering kunt u vinden onder de ‘download publicatie’ knop en het bijbehorende COGEM onderzoeksrapport kunt u hier vinden.

Download publicatie