Publicaties

Veldproef met genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte en herbicidenresistentie

Adviezen | 04.03.2004 | 040303-02

De COGEM is verzocht te adviseren over de milieurisico’s van kleinschalige (klasse 3) veldproeven met genetisch gemodificeerde aardappelen (Solanum tuberosum) met een verlaagd amylosegehalte. Het doel van de experimenten is middels veldproeven de agronomische eigenschappen van de genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte te evalueren. Tevens zal plantenmateriaal verzameld worden voor verdere analyse en zal vermeerdering van deze aardappelplanten plaatsvinden. De COGEM is van mening dat aan alle criteria die gesteld worden aan een klasse 3 experiment wordt voldaan. Hiernaast kan de gemodificeerde aardappel niet uitkruisen naar wilde verwanten. De aardappel kan wel uitkruisen naar andere cultuurrassen, maar hierbij dient te worden opgemerkt dat aardappelen in Nederland vegetatief worden vermeerderd. De knollen zijn vorstgevoelig en zullen de Nederlandse winter gewoonlijk niet overleven. In de noodzaak om eventuele aardappelopslag te verwijderen wordt in het kader van de verplichte bestrijding van Phytohtera infestans voorzien. Uit experimenten is gebleken dat een verlaagd amylosegehalte geen effect heeft op de vorstgevoeligheid van aardappelen.De COGEM heeft derhalve tegen de in de aanvraag beschreven werkzaamheden, onder de voorgestelde voorwaarden, geen bezwaar en acht de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.

Download publicatie