Transplantatie van lentiviraal getransduceerde stamcellen in apen
In navolging op een eerder uitgebracht advies (CGM/050330-01) is de COGEM wederom gevraagd te adviseren over werkzaamheden met beenmergcellen die geïnfecteerd zijn met derde generatie lentivirale vectoren. Deze cellen zullen getransplanteerd worden in bestraalde apen. De aanvrager heeft destijds verzocht de werkzaamheden met de apen te mogen uitvoeren op DM-II niveau. De COGEM heeft toen geadviseerd de werkzaamheden in te schalen op DM-III niveau. Naar aanleiding van dit advies heeft de aanvrager de experimenten aangepast. De aanvrager verzoekt nu wederom om de dierexperimenten op een lager inperkingsniveau dan DM-III, uit te mogen voeren.Voor aanvang van het experiment wordt het viruspreparaat getest op de aanwezigheid van lentivirussen die zich kunnen vermenigvuldigen (replicatie-competent lentivirus, RCL). De COGEM is van mening dat met de voorgestelde test niet kan worden uitgesloten dat de gebruikte virusbatch RCL bevat. Hiernaast is de COGEM van mening dat niet kan worden uitgesloten dat zich detecteerbare hoeveelheden infectieuze vectordeeltjes in het transplantaat bevinden op het moment dat dit aan de proefdieren wordt toegediend. Hierdoor is de kans aanwezig dat er infectieuze virusdeeltjes in het milieu terecht komen. De COGEM is van mening dat de veiligheid voor mens en milieu alleen gewaarborgd is als de voorgenomen dierexperimenten op minimaal DM-III plaatsvinden.