Publicaties

Project inventarisatie frequentie van kruisbestuiving in plantensoorten die bekend staan als zelfbestuivers en apomicten

Onderzoeksrapporten | 14.09.2007 | CGM 2007-06

De COGEM heeft een inventarisatie laten uitvoeren naar de frequentie van kruisbestuiving van enkele plantensoorten die bekend staan als zelfbestuivers en apomicten. De mate van kruisbestuiving bepaalt de maatregelen die genomen moeten worden om verspreiding van pollen van genetisch gemodificeerde planten uit kassen te voorkomen. Deze fysische inperkingsmaatregelen zijn opgenomen in de zogenaamde ‘lijst van inhullingsverplichtingen BGGO’.

Uit het literatuuronderzoek naar de kruisbestuivingfrequentie van de onderzochte planten blijkt dat deze in meer of mindere mate tot kruisbestuiving in staat zijn. Dit voortschrijdende inzicht vraagt om een herziening van de huidige lijst. Enerzijds adviseert de COGEM voor een aantal plantensoorten dat de voorzorgsmaatregelen strikter dienen te worden, zoals voor Arabidopsis thaliana. Anderzijds adviseert zij minder strikte voorzorgsmaatregelen, bijvoorbeeld voor Thellungiella halophila.

Verder is de COGEM van mening dat een onderscheid tussen de inhullingswijze in een PK-I of PK-II kas, zoals aanwezig in de huidige lijst, niet informatief is. Tijdens werkzaamheden is het in beide type kassen mogelijk om maatregelen te nemen om pollenverspreiding uit de kas tegen te gaan. De COGEM geeft daarom in het onderhavige advies doelvoorschriften (bijvoorbeeld: insectenbestuiving dient voorkomen te worden). Op basis hiervan kunnen adequate inperkingsmaatregelen genomen worden. Ten slotte adviseert zij om de aanwezigheid van kruisbare verwanten in Nederland in de lijst op te nemen zodat inzichtelijk is waarom uitkruising voorkomen dient te worden.

Het COGEM onderzoeksrapport kunt u vinden onder de ‘download publicatie’ knop en het naar aanleiding van de onderzoeksresultaten opgestelde COGEM advies kunt u hier vinden.

 

Download publicatie