Publicaties

Omlaagschaling van werkzaamheden met gg-Sendai virus getransduceerde humane cellen

Adviezen | 15.07.2021 | CGM/210715-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de omlaagschaling van werkzaamheden met menselijke stamcellen die verkregen zijn door lichaamscellen te behandelen met biologisch ingeperkte genetisch gemodificeerde Sendai virus (gg-SeV) vectoren. Deze vectoren dragen specifieke genen met zich mee, die ervoor zorgen dat de lichaamscellen zich als stamcellen gaan ontwikkelen. Werkzaamheden met deze cellen zijn eerder vergund op ML-I inperkingsniveau, mits uit een drietal testen blijkt dat er geen gg-SeV meer aanwezig is in de stamcellen. In de onderhavige adviesvraag verzoekt de aanvrager één van de drie testen te laten vervallen.
De drie testen betreffen een kleuring met behulp van antilichamen (immunocyto­chemische kleuring), microscopische analyse van de celkweek op afwijkende cellen (zogenaamde syncytia), en RT-qPCR om de aanwezigheid van het SeV genoom (RNA) te detecteren in de stamcellen. De aanvrager verzoekt de immunocytochemische kleuring te laten vervallen, omdat deze geen meerwaarde zou hebben wanneer de uitslagen van de microscopische analyse en RT-qPCR negatief zijn. De COGEM merkt op dat de microscopische analyse name geschikt is om aanwezigheid van wildtype Sendai virus of eventueel aanwezig replicatie-competent gg-SeV te detecteren, maar niet voor het aantonen van gg-SeV, omdat niet duidelijk is of de gebruikte vectoren werkelijk syncytia kunnen vormen. De COGEM is van oordeel dat  met behulp van een RT-qPCR de aanwezigheid van (gg-)SeV uitgesloten kan worden en dat de immunocytochemische kleuring geen toegevoegde waarde heeft. Bij omlaag­schaling van de werkzaamheden met iPSCs op basis van een negatieve RT-qPCR zijn derhalve de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein. Hierbij merkt de COGEM op dat de door de aanvrager voorgesteld RT-qPCR test geen correcte positieve controle bevat en dat deze aangepast moet worden.

Download publicatie