Omlaagschaling van werkzaamheden met een Rhodococcus equi vaccinstam
De COGEM is gevraagd te adviseren over omlaagschaling van werkzaamheden met de bacteriestam Rhodococcus equi RG2837. De aanvrager is voornemens R. equi RG2837 als vaccin te testen in veulens, die gezoogd worden door niet-gevaccineerde merries. De RG2837 stam mist vier genen die betrokken zijn bij het metabolisme van steroïden, waardoor de stam verzwakt is.
De door de aanvrager overlegde resultaten vormen volgens de COGEM voldoende bewijs voor attenuatie van de RG2837 stam. De COGEM adviseert om de merries te testen op afwezigheid van R. equi, zodat reversie naar wildtype virulentie kan worden voorkomen. Het aantal infecties van gezonde personen door wildtype R. equi is zeer beperkt. Behandeling met antibiotica heeft in de meeste van deze gevallen tot genezing geleid. Alles in overweging nemende, is de COGEM van mening dat de werkzaamheden met RG2837 plaats kunnen vinden op ML-I en DM-I inperkingsniveau. Op deze inperkingsniveaus acht zij de risico’s voor mens en milieu verwaarloosbaar klein.
De merries zullen worden getest op het uitscheiden van R. equi en R. equi RG2837 met behulp van twee tests. De COGEM adviseert om altijd beide tests uit te voeren, teneinde de kans op detectie van R. equi te maximaliseren. Daarnaast adviseert de COGEM om ook de veulens op uitscheiden te testen. Als de merries na afloop van de proef meerdere dagen aangetoond ggo-vrij zijn, acht de COGEM de risico’s voor mens en milieu bij huisvesting van de merries zonder inperking verwaarloosbaar klein.