Publicaties

Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Vanilla planifolia (vanilleplant)

Adviezen | 13.10.2022 | CGM/221012-01

De COGEM is gevraagd te adviseren over de benodigde inperkingsmaatregelen bij werk­zaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-)Vanilla planifolia. V. planifolia vormt aromatische vruchten, die na bewerking het specerij vanille opleveren. Madagaskar, Indonesië en Mexico zijn de drie grootste vanilleproducenten.

V. planifolia is een orchideeënsoort die in de natuur voornamelijk in (sub)tropische regenwouden voorkomt, en optimaal groeit bij temperaturen tussen de 20 en 30 ℃. De plant is niet vorstbestendig. Bevruchting van de bloemen van de vanilleplant vindt slechts sporadisch plaats en is afhankelijk van tropische (bijen)soorten die niet in Nederland voorkomen. Na bevruchting vormt de plant langwerpige vruchten met veel kleine zaden. Het ontkiemen van de zaden vindt in de natuur zelden plaats. Hiervoor zijn specifieke omstandigheden noodzakelijk en moeten Mycorrhiza-schimmels aanwezig zijn. Voor de teelt van vanille worden de bloemen handmatig bevrucht en planten door middel van stekken vermeerderd.

De vanilleplant wordt verkocht als kamer- of tuinplant en sinds begin 2022 wordt V. planifolia in Nederland op enkele plaatsen in kassen gekweekt. In Nederland komen in de natuur geen soorten uit het genus Vanilla voor.

Alles in overweging nemende acht de COGEM de kans dat V. planifolia zich in Nederland kan vestigen, of dat er kruisbestuiving tussen gg-V. planifolia en geteelde V. planifolia optreedt, verwaarloosbaar klein. Derhalve is de COGEM van oordeel dat bij werkzaamheden met gg-V. planifolia aanvullende inperkingsmaatregelen niet nood­zakelijk zijn.

 

Download publicatie