Publicaties

Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Ipomoea batatas (zoete aardappel)

Adviezen | 27.09.2022 | CGM/220927-01

De COGEM is gevraagd om te adviseren over de benodigde inperkingsmaatregelen bij werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-)Ipomoea batatas, ook wel bekend als zoete aardappel of bataat.
Zoete aardappel is een warmteminnende meerjarige plant die van oorsprong in de (sub)tropische gebieden van Centraal- en Zuid-Amerika voorkomt. De plant wordt wereldwijd geteeld vanwege de eetbare knollen die gevormd worden in het wortelstelsel. Hoewel de naam anders doet vermoeden, is de zoete aardappel niet verwant aan de gewone aardappel. De zoete aardappelplant plant zich in de natuur hoofdzakelijk voor via zaad. Bevruchting vindt plaats door insecten.
In Nederland wordt I. batatas als eenjarige plant in de volle grond geteeld. De optimale groeitemperatuur is ongeveer 18-24°C. Bij temperaturen warmer dan 25°C kunnen bloemen gevormd worden, maar deze zijn beperkte tijd open. De plant is gevoelig voor kou en kan niet tegen vorst. Als uitgangsmateriaal voor het aanplanten worden opgekweekte stekken gebruikt. Ook worden stekjes verkocht om in moestuinen te kweken.
Alles in overweging nemende, acht de COGEM de kans dat er kruisbestuiving tussen gg-I. batatas en geteelde I. batatas (op akkers of in moestuinen) optreedt waarbij fertiel zaad gevormd wordt dat in Nederlandse klimaat uitgroeit tot een volwassen plant, verwaarloosbaar klein. De COGEM is derhalve van oordeel dat bij werkzaamheden met gg-I. batatas geen aanvullende inperkingsmaatregelen noodzakelijk zijn.

Download publicatie