Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Camelina sativa
De COGEM is gevraagd te adviseren over de inperkingsmaatregelen die nodig zijn voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-) Camelina sativa (Huttentut) in verband met de plaatsing van deze plantensoort op Bijlage 7 van de Regeling ggo.
Er zijn twee ondersoorten van C. sativa: C. sativa subsp. alyssum (Vlashuttentut) en C. sativa subsp. sativa (Zaadhuttentut). Zaadhuttentut wordt regelmatig in Nederland aangetroffen en Vlashuttentut kwam hier in het verleden voor. C. sativa is voornamelijk een zelfbestuiver, maar kruisbestuiving kan ook plaatsvinden door bijen en hommels. Na de bevruchting vormt de plant vruchtdozen. Deze vruchtdozen kunnen openspringen, waardoor de kleine zaden verspreid kunnen worden.
Gezien het bovenstaande is de COGEM van mening dat werkzaamheden met gg-C. sativa alleen plaats kunnen vinden als maatregelen worden genomen om insectenbestuiving te voorkomen. Ook is het vanwege de kleine wegspringende zaden noodzakelijk dat aanvullende maatregelen worden genomen om verspreiding van de zaden te voorkomen.