Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Biscutella laevigata
De COGEM is gevraagd om te adviseren over de benodigde inperkingsmaatregelen bij werkzaamheden met de genetisch gemodificeerde (gg-)plantensoort Biscutella laevigata, in verband met plaatsing van deze plantensoort op Bijlage 7 van de Regeling ggo.
B. laevigata komt voor in Centraal en Zuid-Europa. De plant vestigt zich op rotsachtige, en voornamelijk alpine, locaties. Ook wordt B. laevigata gevonden op locaties die door de mens zijn vervuild met zware metalen. B. laevigata is nooit in Nederland waargenomen. Verwante Biscutella-soorten zijn in het verleden een enkele keer waargenomen in Nederland, maar hebben zich hier niet gevestigd. Er zijn geen soorten in Nederland aanwezig waarmee na kruising vruchtbare nakomelingen uit voort zouden kunnen komen.
De plant wordt bestoven door insecten. Na bevruchting worden hauwtjes gevormd die in groten getale van de plant op de grond vallen. De zaden zijn redelijk klein, en afhankelijk van de standplaats van de plant kunnen deze hauwtjes in de natuur bij sterke wind of regen worden verspreid. De soort maakt geen horizontale uitlopers of wortelstokken.
Alles in overweging nemende is de COGEM van oordeel dat bij werkzaamheden met gg-B. laevigata geen aanvullende inperkingsmaatregelen nodig zijn en adviseert B. laevigata als zodanig in Bijlage 7 op te nemen.