Inperkingsmaatregelen bij werkzaamheden met gg-Odontarrhena chalcidica
De COGEM is gevraagd te adviseren over inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde (gg-)plantensoort Odontarrhena chalcidica in kassen en kweekcellen, in verband met de plaatsing van deze soort op Bijlage 7 van de Regeling ggo.
O. chalcidica komt van nature voor in de Balkan en groeit voornamelijk op bodems met hoge concentraties serpentijnmineralen. De plant heeft rechtopstaande stengels van 10 tot 60 cm hoog en vormt tijdens de bloei clusters van kleine (< 1 cm) goudgele bloemen. De bloemen worden waarschijnlijk bestoven door insecten, net als andere planten binnen het genus Odontarrhena.
De taxonomie van de soort O. chalcidica is complex. In het verleden werden Odontarrhena-soorten gerekend tot het genus Alyssum. Later zijn ze op basis van uiterlijke en genetische kenmerken gescheiden en ingedeeld in een apart genus. Het is echter niet uit te sluiten dat O. chalcidica zou kunnen kruisen met nauwverwante soorten in het Alyssum-genus. Enkele hiervan komen voor in Nederland, als tuinplant of als inheemse soort.
Alles overwegend adviseert de COGEM om bij werkzaamheden met gg-O. chalcidica aanvullende maatregelen te nemen om insectenbestuiving te voorkomen.