Import and processing of insect resistant and herbicide tolerant maize MON863 x NK603
De COGEM is gevraagd te adviseren over de mogelijke risico’s voor mens en milieu betreffende import en verwerking van een genetisch gemodificeerde (gg) maïslijn (kruising tussen de gg lijn MON863 en NK603). Teelt van deze maïslijn maakt geen deel uit van de vergunningaanvraag. Door insertie van het cry3Bb1 gen, in de ouderlijn MON863 is resistentie voor keverachtige insecten, waaronder de maïswortelkever, verkregen. Hiernaast is de maïslijn door insertie van het cp4 epsps gen in NK603, tolerant geworden voor glyfosaat bevattende herbiciden. Maïs kent geen wilde verwanten in Nederland en opslag van maïsplanten is hier niet van landbouwkundige betekenis. Verwildering van de maïsplant in Nederland is nog nooit waargenomen. Er geen redenen om aan te nemen dat de modificatie het verwilderingspotentieel vergroot. Hiernaast is aangetoond dat de ingebrachte sequenties stabiel geïntegreerd zijn in de ouderlijnen en worden interacties tussen de genproducten niet verwacht. Tevens is er voldoende bewijs geleverd dat er geen nieuwe allergene of toxische producten gevormd worden als gevolg van de kruising tussen de twee ouderlijnen. De COGEM acht derhalve de risico’s voor mens en milieu bij de import en verwerking van onderhavige maïslijn verwaarloosbaar klein.