Import and processing of cotton MON88913 x MON15985
De COGEM is gevraagd te adviseren over de import en verwerking van de genetisch gemodificeerde katoenlijn MON88913 x MON15985. Deze katoenlijn is voorzien van twee cp4 epsps genen waardoor de planten tolerant zijn voor herbiciden met als werkzame stof glyfosaat. Daarnaast zijn de cry1Ac en cry2Ab2 genen in de lijn aanwezig waardoor de planten resistent zijn tegen bepaalde insecten uit de orde van de Lepidoptera.
In Europa komen geen wilde verwanten van katoen voor en katoen bezit niet de eigenschappen om te kunnen verwilderen. De katoenplant is namelijk sterk koudegevoelig en heeft hoge temperaturen nodig voor kieming en ontwikkeling. Bovendien is voor de teelt van katoen gedurende het hele jaar irrigatie of hoge neerslag noodzakelijk. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de modificatie het verwilderingspotentieel vergroot. De COGEM acht derhalve de kans verwaarloosbaar klein dat incidenteel morsen van de katoenzaden leidt tot verspreiding van deze genetisch gemodificeerde katoen binnen Noordwest Europa.
Concluderend heeft de COGEM geen bezwaar tegen import en verwerking van onderhavige katoenlijn en worden de risico’s voor het milieu verwaarloosbaar klein geacht.