Publicaties

Import and processing of cotton MON15985xMON1445

Adviezen | 27.10.2008 | 081027-02

De COGEM is gevraagd te adviseren over de import en verwerking van de genetisch gemodificeerde katoenlijn MON15985 x MON1445. Deze katoenlijn is voorzien van de cry1Ac en cry2Ab2 genen waardoor de planten resistent zijn tegen bepaalde insecten uit de orde van de Lepidoptera. Verder is het gen cp4 epsps aanwezig waardoor de katoenlijn tolerant is voor glyfosaat bevattende herbiciden. Daarnaast bevat MON15985 x MON1445 het antibioticumresistentiegen nptII en de kleurmarker uidA. Beide genen vereenvoudigen de selectie van getransformeerde cellen.

In Europa komen geen wilde verwanten van katoen voor en katoen bezit niet de eigenschappen om in Europa te kunnen verwilderen. Katoen kan de klimaatomstandigheden in Noordwest-Europa niet overleven. De katoenplant is namelijk sterk koudegevoelig en heeft hoge temperaturen nodig voor kieming en ontwikkeling. Bovendien is voor de teelt van katoen gedurende het hele jaar irrigatie of hoge neerslag noodzakelijk. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de modificatie het verwilderingspotentieel vergroot. De COGEM acht derhalve de kans verwaarloosbaar klein dat incidenteel morsen van de katoenzaden leidt tot verspreiding van de genetisch gemodificeerde katoenlijn MON15985 x MON1445 binnen Noordwest-Europa.

De COGEM merkt op dat de moleculaire karakterisering van MON15985 x MON1445 matig is uitgevoerd. Echter, zij is van mening dat de ouderlijnen MON1445 en MON531 (gebruikt voor het tot stand komen van MON15985) een geschiedenis van veilig gebruik kennen.
Concluderend acht de COGEM de milieurisico’s van MON15985 x MON1445 verwaarloosbaar klein en heeft zij derhalve geen bezwaar tegen import en verwerking van deze katoenlijn.

Download publicatie