Publicaties

De ggo-regelgeving als grondslag voor de risicobeoordeling van recombinante prionen

Adviezen | 19.07.2018 | CGM/180719-02

Naar aanleiding van een eerdere adviesvraag over laboratoriumwerkzaamheden met recombinante prion-eiwitten, gaat de COGEM in dit advies op de vraag in of ‘recombinante’ prionen al dan niet onder de ggo-regelgeving vallen.
Prionen zijn ‘onconventionele’ infectieuze biologische agentia die overdraagbare spongieuze encephalopathieën (TSE’s) veroorzaken, zeer ernstige ziekten met dodelijke afloop in mens en dier. Prionen ontstaan door misvouwing van een lichaamseigen eiwit dat vervolgens andere moleculen van datzelfde lichaamseigen eiwit aanzet tot conformatieverandering.
Het is mogelijk om infectieuze prionen (recPrPsc) in laboratoria in vitro te produceren. Deze recPrP moleculen kunnen veranderingen in hun aminozuursequenties bevatten waardoor hun infectie-potentieel vergroot kan worden. Maatregelen om infectie van medewerkers en eventueel aanwezige dieren en om uitsleep van infectieus materiaal bij laboratoriumwerkzaamheden te voorkomen, zijn noodzakelijk.
Prionen wijken af van andere ziekteverwekkers doordat ze geen nucleïnezuur als genoom hebben. Gesteld kan worden dat de genetische informatie van PrPsc gevormd wordt door de eigen eiwitstructuur. De COGEM merkt op dat er een verschil lijkt te bestaan tussen de EU richtlijnen en het Nederlandse Besluit ggo waardoor ‘recombinante’ prionen wel onder de EU ggo-regelgeving lijken te vallen, maar niet onder Nederlandse ggo-regelgeving.
De COGEM is van oordeel dat recombinante prionen als ggo’s beschouwd moeten worden en adviseert om zo nodig het Besluit ggo aan te passen en in lijn te brengen met de betreffende EU richtlijnen.

Het ministerie van Infrastructur en Waterstaat heeft besloten dit advies niet op te volgen

De vergunningverlenende instantie heeft besloten dit advies niet op te volgen. De redenen hiervoor kunt u lezen onder ‘Besluit IenW’.

Download publicatie