Publicaties

Beproeving en vermeerdering van genetisch gemodificeerde aardappelplanten met een verlaagd amylosegehalte

Adviezen | 12.06.2002 | 020612-08

In een eerder advies (CGM/011029-01) geeft de COGEM aan geen bezwaren te hebben tegen de voorgestelde werkzaamheden. In een signalering voegde de commissie toe dat het door het gebruik van het beschreven construct mogelijk nieuwe expressie producten gevormd kunnen worden. Echter bij de huidige aanvraag voor kleinschalige werkzaamheden, waarbij geen sprake zal zijn van vervoedering of humane consumptie, behoefde dit punt naar oordeel van de commissie nog niet in beschouwing genomen te worden. Bij eventuele opschaling van werkzaamheden echter wel.Bij het opstellen van de ontwerpbeschikking is op verzoek van het Ministerie van VROM door Bureau GGO in een schrijven van 20 december 2001 aangegeven dat op grond van het bovenstaande een toestemming voor klasse 3 werkzaamheden niet verdedigbaar is. De COGEM werd derhalve verzocht een toelichting te geven op de het advies en met name de signalering met betrekking tot de volgende twee punten:- de waarschijnlijkheid dat de sequentie waarop de signalering betrekking heeft tot nieuwe expressie-producten leidt, en- de mate van vergelijkbaarheid van de onderhavige aardappelplanten met de eerder beoordeelde genetisch gemodificeerde aardappelrassen Apropos en Apriori waarbij eveneens met behulp van antisense DNA het amylose gehalte is verlaagd.

Download publicatie