Publicaties

Agro-inoculatie; de status van nakomelingen

Adviezen | 28.06.2004 | 040628-04

Rijk Zwaan stelt zich op het standpunt dat zaden (en daaruit verkregen nakomelingen) afkomstig van planten waarop agro-inoculatie is toegepast geen ggo’s zijn als bedoeld in het Besluit GGO. Deze stelling is niet in lijn met de vergunningverlening waarbij agro-geïnoculeerde planten, evenals de zaden en pollen afkomstig van deze planten als genetisch gemodificeerd worden aangemerkt en als zodanig moeten worden behandeld. De COGEM is verzocht advies uit te brengen over de status van nakomelingen verkregen van planten die gebruikt zijn voor agro-inoculatie.De COGEM is van mening dat voor toekennen van een ggo-vrije status aan nakomelingen van agro-geïnoculeerde planten het vereist is dat inbouw van T-DNA in kiembaancellen niet heeft plaatsgevonden en nakomelingen vrij zijn van de bacterie Agrobacterium. Gezien het gebrek aan wetenschappelijke gegevens over de problematiek rond inbouw van T-DNA in kiembaancellen en besmetting van zaad raadt de COGEM af om in dit stadium de ggo-vrije status toe te kennen aan nakomelingen van agro-geïnoculeerde planten. De COGEM wijst erop dat indien aangetoond kan worden dat geen T-DNA en Agrobacterium aanwezig zijn in én op nakomelingen, aan dergelijke individuen wel een ggo-vrije status kan worden toegekend.

Download publicatie