Advies Veterinaire studie met replicon-influenza vaccin in zwangere zeugen
De COGEM is gevraagd te adviseren over de milieurisico’s van een veterinaire studie met zwangere varkens (zeugen) twee keer worden gevaccineerd met het vaccin IAV-S RP. Dit vaccin bevat twee typen genetisch gemodificeerde (gg-)replicondeeltjes (RP), afgeleid van een bekend en vaak gebruikt virus (Venezuelan equine encephalitis virus (VEEV) stam TC-83. Elk type gg-replicondeeltje codeert voor twee verschillende versies van een oppervlakte-eiwit (beiden hemagglutinine; HA) van Influenza A-virussen (IAV) die varkens (‘swine’; IAV-S) infecteren.
Het doel van de studie is om te onderzoeken of het vaccin de zeugen en hun nakomelingen beschermt tegen infectie met IAV-S. Uit eerder onderzoek blijkt dat het vaccin 28 dagen na de laatste vaccinatie niet meer aanwezig is in de gevaccineerde zeugen. Nakomelingen (biggen) die 14 dagen na vaccinatie van de zeug worden geboren, worden verondersteld vrij te zijn van vaccindeeltjes. Zolang er zeugen aanwezig zijn die minder dan 28 geleden zijn gevaccineerd, worden tijdens de veterinaire studie de zeugen en alle contactdieren behandeld als dieren die mogelijk geassocieerd zijn met een ggo.
Het gebruikte vaccin IAV-S RP is niet ziekteverwekkend en wordt gemaakt met een veelgebruikt en veilig productiesysteem De kans dat de replicondeeltjes genetisch combineren (recombineren) met verwante virussen die bij varkens voorkomen is verwaarloosbaar klein. Ook de kans op verspreiding van IAV-S RP wordt verwaarloosbaar geacht.
De COGEM concludeert dat het vaccin biologisch is ingeperkt en met de genomen maatregelen zich niet verder zal verspreiden. De milieurisico’s van deze veterinaire studie zijn verwaarloosbaar klein. De COGEM stemt in met het uitvoeren van de veterinaire studie onder de in de aanvraag gestelde condities