Advies Pathogeniteitsklasse van de bacterie Shigella dysenteriae type 2-15
De COGEM is gevraagd te adviseren over de pathogeniteitsklasse van de bacterie Shigella dysenteriae type 2, en de plaatsing van deze bacterie op Bijlage 4 van de Regeling ggo.
Shigella dysenteriae type 2 veroorzaakt, net als andere Shigella-bacteriën, darminfecties die gekenmerkt worden door klachten zoals diarree, buikkrampen en koorts. Besmetting met de bacterie vindt plaats via besmet voedsel, dranken, voorwerpen of door direct contact met een besmet persoon. De ziekte gaat meestal vanzelf over binnen een week, maar in ernstige gevallen is behandeling met antibiotica nodig. Goede hygiënemaatregelen kunnen infecties voorkomen.
Er bestaan 15 verschillende typen van de bacterie S. dysenteriae. In een eerder advies heeft de COGEM S. dysenteriae ingedeeld in pathogeniteitsklasse 3; hierbij is geen onderscheid gemaakt in typen. S. dysenteriae type 1 is uniek omdat deze het shigatoxine produceert. S. dysenteriae type 1 veroorzaakt hierdoor ernstigere ziekte dan andere Shigella-soorten, met vaker een fatale afloop. In tegenstelling tot Shigella dysenteriae type 1 produceren de andere Shigella dysenteriae typen (2-15) geen shigatoxines en veroorzaken hierdoor doorgaans een milder ziekteverloop.
Het bovenstaande in overweging nemende, adviseert de COGEM Shigella dysenteriae type 2-15 in te delen in pathogeniteitsklasse 2 en als zodanig op te nemen in Bijlage 4 van de Regeling ggo. Voor S. dysenteriae type 1 blijft de COGEM bij haar advies om deze in pathogeniteitsklasse 3 in te delen.