Publicaties

Advies Aanscherping van te gebruiken transgenen in alfavirus-replicons die in aanmerking komen voor generieke omlaagschaling

Adviezen | 30.04.2025 | CGM/250430-01

In 2022 heeft de COGEM geadviseerd dat laboratoriumwerkzaamheden met virale replicons afgeleid van alfa- en flavivirussen onder voorwaarden generiek omlaaggeschaald kunnen worden. Bij virale replicons zijn bepaalde (structurele) genen verwijderd, zodat geen virusdeeltjes meer gevormd kunnen worden en in theorie verspreiding niet mogelijk is. Op de plaats van de verwijderde genen kunnen nieuwe genen ingevoegd worden. Eén van de voorwaarden voor omlaagschaling is dat de nieuw geïntroduceerde genen in het replicon de verwijderde functies niet mogen herstellen. Omdat bij alfavirus-replicons is gebleken dat het invoegen van specifieke genen van andere virussen kan leiden tot de vorming van verspreidende virusachtige deeltjes (VLV’s), was het gebruik van de structurele genen uit drie virusfamilies uitgesloten.
Vanwege een groeiend aantal wetenschappelijke publicaties waarin de vorming van VLV’s beschreven is bij gebruik van structurele genen van andere dan de eerder uitgesloten virusfamilies, heeft de COGEM in dit advies haar voorwaarde hierover verder aangescherpt. In plaats van het uitsluiten van structurele genen uit specifieke virusfamilies, adviseert zij om werkzaamheden met alfavirus-replicons met (combinaties van) genen die het replicon de capaciteit geven om te verspreiden, uit te sluiten van generieke omlaagschaling. De COGEM is van oordeel dat door het opnemen van dit bredere doelvoorschrift bij haar eerdere generieke advies over de inschaling van werkzaamheden met alfavirus-replicons, de veiligheid van mens en milieu gewaarborgd is.

Download publicatie