Aanvullende adviesvraag aardappelen met een veranderd zetmeelgehalte
De COGEM is verzocht een toelichting te geven op twee adviezen (CGM/040303-02 en CGM 040303-03) die zij op 4 maart jl. heeft uitgebracht. Het betrof hier adviezen over transgene aardappelen met een veranderd zetmeelgehalte. In de adviezen heeft de COGEM aangegeven dat de afwezigheid van het antibioticumresistentiegen aadA in bepaalde aardappellijnen niet voldoende was aangetoond terwijl de afwezigheid van het nptIII gen in een andere lijn wel afdoende werd aangetoond. De COGEM is tot haar eerdere advies gekomen op basis van de gepresenteerde informatie in het dossier. De wijze van presenteren van informatie betreffende de afwezigheid van de inserts in de transgene lijnen en met name de exacte locatie van de gebruikte primersets in de PCR test heeft tot onduidelijkheid bij de COGEM geleid. Indien de primers gekozen zijn binnen het aadA gen tonen de resultaten van de PCR aan dat het aadA gen niet in de aardappellijnen aanwezig is. De COGEM is thans van mening dat de gekozen primers binnen het aadA gen gelegen zijn en dat de afwezigheid van het aadA gen in de plant op afdoende wijze is aangetoond.De COGEM merkt op dat de afwezigheid van het aadA gen en het nptIII gen in de transgene aardappellijnen geen gevolgen heeft voor de milieurisico-beoordeling zoals destijds is uitgevoerd. Onderhavige veldproeven zijn ingedeeld in klasse 1 en 3. Het aantonen van de afwezigheid van het aadA gen en het nptIII gen is geen vereiste voor een aanvraag van deze veldproeven.