Home » Over de COGEM » Werkwijze » Totstandkoming advies

Gevraagde adviezen

De meeste adviezen die de COGEM uitbrengt, zijn gevraagde adviezen. Afhankelijk van het type vergunning wordt zo’n adviesaanvraag aan de COGEM gesteld door de door IenW gemandateerde vergunning­verlener Bureau GGO (voor Ingeperkt Gebruik (IG)-aanvragen) of door het ministerie van IenW (voor Introductie in het Milieu (IM) en Markt­aanvragen (MA). De termijn waarbinnen de COGEM advies uitbrengt, verschilt per type vergunning: voor IG-aanvragen is dit 2 weken, voor IM-aanvragen 4 weken en voor MA-aanvragen 4 tot 6 weken.

De subcommissies bereiden adviezen en signaleringen van de COGEM voor, die vervolgens ter goedkeuring aan alle leden worden voor­gelegd. Voor specifieke vraagstukken kan de commissie een beroep doen op externe deskundigen. Alle adviezen worden onderbouwd met wetenschappelijke literatuur en/of ‘expert judgement’ van de leden. Bij wetenschappelijke twijfel of onvoldoende onderbouwing over de afwezigheid van risico’s voor mens en milieu adviseert de COGEM extra veiligheidsmaatregelen of, als dat niet mogelijk is, negatief.

Lees meer over de vergunningverlening
Vergunningverlening

Ongevraagde adviezen

De COGEM kan ook op eigen initiatief een advies uit te brengen over een onderwerp waarvan wordt geconstateerd dat het extra aandacht behoeft. Deze ongevraagde adviezen zijn vaak generiek van aard en bedoeld als overkoepelend advies voor verschillende onderzoeken met vergelijkbare organismen of werkzaamheden. De procedure voor het opstellen van zo’n advies is hetzelfde als hierboven beschreven, maar er zijn in deze gevallen geen wettelijke termijnen van toepassing.

Minderheidsstandpunt

In de Wet milieubeheer (artikel 2.37) is vastgelegd dat adviezen worden uitgebracht op basis van de meerderheid van de commissie. Ingebrachte minderheidsstandpunten moeten in of bij de adviezen worden vermeld. De COGEM heeft procedures opgesteld om minderheidsstandpunten bij adviezen te vermelden.

Richtlijn minderheidsstandpunt