Risicobeoordeling
Om een vergunning te krijgen om activiteiten met ggo’s uit te voeren (zoals productie, experimenten of verkoop) moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd teneinde de veiligheid voor mens en milieu te kunnen waarborgen.
Wat is risico?
Risico wordt over het algemeen gedefinieerd als de combinatie van de mogelijke nadelige gevolgen (effect) en de kans dat deze gevolgen zich kunnen voordoen (kans). Bij de milieurisicobeoordeling die bij ggo’s wordt uitgevoerd wordt dus gekeken naar de omvang van de mogelijke schadelijke effecten en de kans dat deze optreden. Ook wel uitgedrukt als:
Risico = kans x effect
Bij de risicoafweging moet een groot aantal factoren in ogenschouw genomen worden. Het totale risico van een handeling bestaat uit het totaal van alle mogelijke effecten/gevolgen en de kansen dat zij op zullen treden.
De milieurisicobeoordeling
Het generieke proces van de milieurisico-analyse bestaat uit de volgende stappen:
1 – Identificatie en karakterisatie van mogelijke nadelige effecten
Hierbij gaat het om de identificatie van eigenschappen van het ggo die mogelijk een negatief effect kunnen hebben op mens en milieu. De inschatting wordt gemaakt op basis van eigenschappen van de het de gastheer, d.w.z. het organisme dat gemodificeerd wordt, en de aangebrachte wijzigingen in het genoom in het genoom.
Bij de eigenschappen van de gastheer speelt onder meer de vraag of deze ziekteverwekkend is voor mens, dier of plant, en zo ja in welke mate. De COGEM wordt daarom bij elke nieuw organisme waarmee geëxperimenteerd gaat worden, gevraagd om te bepalen in welke pathogeniteitsklasse deze valt. Meer hierover is te vinden op de pagina > classificatie organismen.
Bij de aangebrachte veranderingen in het genoom wordt gekeken naar de eigenschappen van ingebrachte genen (transgenen), of de gevolgen van mutaties of deleties in het genoom.
2 – Evaluatie van de omvang van het effect
Hierbij worden schattingen gemaakt over de mate van verspreiding en blootstelling van mens, dier en milieu. Hierbij speelt niet alleen de eigenschappen van het ggo een rol, maar ook het milieu of omgeving waarin het ggo mogelijk verspreid wordt. Enkele factoren die hierbij beschouwd worden betreffen: i) overleving in het milieu, ii) innemen van een niche iii) interacties met andere organismen en iv) frequentie van overdracht van genetisch materiaal. Deze factoren zijn voorbeelden van aspecten die een rol kunnen spelen bij de beoordeling van de blootstelling of mate van verspreiding van een ggo in het milieu. Vervolgens kunnen dergelijke factoren de omvang van een mogelijk effect beïnvloeden.
3 – Evaluatie van het risico
Hierbij wordt een kwalitatieve en zo mogelijk een kwantitatieve schatting gemaakt van de kans dat negatieve effecten op treden in een (deel)populatie/ecosysteem.
4 – Risicomanagement
Risicomanagement is het proces waarin op basis van de uitkomsten van de risicobeoordeling, gekozen wordt voor de gewenste beheersmaatregelen, zodat de eventuele risico’s geminimaliseerd worden. Bij experimenten onder Ingeperkt gebruik, in laboratoria e.d., mag het ggo niet naar buiten verspreiden en afhankelijk van de eigenschappen van het ggo zijn oplopende veiligheidsniveau’s mogelijk. Bij Introductie in het milieu berusten beheersmaatregelen vaker op de (aangebrachte) eigenschappen van het ggo zelf, zoals een verminderde fitness of onvermogen tot vermenigvuldiging. Meer hierover is te vinden op de pagina > Inperking experimenten.
5 – Risicocommunicatie
Met betrekking tot de risicocommunicatie (voorlichting) aan burgers (inclusief consumenten), heeft de COGEM geen (wettelijke) taak of rol. Zij treedt in deze faciliterend op, als aanbieder van informatie en de wetenschappelijke onderbouwing van haar adviezen die van belang kan zijn in de discussie over ggo’s.