Nederlandse wet- en regelgeving
Voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) in Nederland is een vergunning verplicht. Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het Bureau GGO (RIVM). De vergunningverlening voor experimenten in laboratoria, kassen en dierverblijven (‘ingeperkt gebruik’) wordt door Bureau GGO verzorgd, bij veldproeven en klinische studies (‘introductie in het milieu’) verleent het ministerie van IenW de vergunning.
Besluit en Regeling GGO
In het Besluit genetisch gemodificeerde organismen (Besluit ggo) is de Nederlandse regelgeving voor werkzaamheden vastgelegd. Terwijl het Besluit ggo de regels waaraan voldaan moet worden bij handelingen met ggo’s in grote lijnen omschrijft, biedt de Regeling genetisch gemodificeerde organismen (Regeling ggo) een verdere uitwerking van het Besluit ggo. De Regeling ggo bevat de regels en maatregelen waaraan voldaan moet worden bij voorgenomen experimenten. Met behulp van de bijlagen in de Regeling ggo kan de juiste inschaling van werkzaamheden worden vastgesteld.
Omgevingswet
Voor laboratoriumfaciliteiten e.d. is een omgevingsvergunning op basis van de Omgevingswet via het Omgevingsloket nodig.
Overige nationale wetgeving
Afhankelijk van de activiteit kunnen aanvullende vergunningen vereist zijn, zoals op grond van de Wet dieren (voor de verplichte toetsing van het genetisch modificeren van dieren) en de Wet op de dierproeven (Wod). Voor klinisch onderzoek bij mensen, zoals gentherapie, is ook goedkeuring van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) nodig. Daarnaast gelden algemene wetten zoals de Warenwet, de Arbowet of bij vervoer de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WvGS).